Ik was misschien wel geboren om boer te worden, of techneut. In het gezin waar ik vandaan kom, was dat logisch geweest. Maar in de puberteit ging ik me daar tegen verzetten, eigenwijs en obstinaat was ik. Dat ging bijna mis, totdat ik in mijn omgeving mensen tegen kwam die me lieten zien dat de wereld vol met kansen zit. Ik ben nog altijd dankbaar dat ik die mensen toen tegenkwam. Daarom doe ik nu het werk wat ik doe. Als opbouwwerker luister ik, houd mensen de spiegel voor, moedig ze aan en wijs ze de weg. Dan kunnen ze zelf de stappen zetten die nodig zijn om iets van hun leven te maken. Ik vind het betekenisvol werk. Het is geen trucje, maar komt uit mijn hart. Anders kan ik dit niet doen.

Nog maar kort geleden waren straatgroepen bepalend in delen van Holtenbroek. Regelmatig deden zich schiet- en steekpartijen voor. Bewoners werden bang, voelden zich geïntimideerd en durfden geen initiatieven meer te nemen. De buurt kwam in een negatieve spiraal terecht. De gemeente, politie, Travers Welzijn, de wooncorporatie en andere instanties werken samen om het tij te keren. Als opbouwwerker ben ik een van de belangrijkste vormgevers van die wijkaanpak.

Ik was misschien wel geboren om boer te worden, of techneut.

Dagelijks kom ik bij bewoners thuis. Ik ben op straat en in het ‘inloophuis’, een van de rijtjeshuizen de wijk. We maken alweer een paar jaar belangrijke vorderingen. De meeste jongens van de straatgroepen gaan nu naar school of werken op een andere manier aan hun toekomst. Buurtbewoners maken onderling weer vaker contact, durven zich weer te laten zien. De buurt knapt op. Kinderen krijgen kansen bij straat- en buurtactiviteiten. De bewoners krijgen weer vertrouwen in hun eigen buurt. Weet je: mensen hoeven zich niet bij hun zogenaamde lot neer te leggen. Ze kunnen zich weer met elkaar verbinden en zich inzetten voor de leefbaarheid in hun eigen wijk.